Het werk van de Almeerse architect René van Zuuk is passend en uniek gerelateerd aan de omgeving waarin het is bedacht. Stijlvolle ontwerpen, waarbij geen etage of daklijn gelijk is, terwijl de functionaliteit van het ontwerp maximaal is. De vaak bijzondere gevelbekledingen zijn geïnspireerd op het werk van de kunstenaar M.C. Escher. Het bureau werkt sinds 1992 aan zeer uiteenlopende opdrachten. Het ontwerpproces van Van Zuuk begint altijd met een stedenbouwkundige maquette. Tijdens deze fase vormt zich het eerste concept en het idee voor het te gebruiken bouwsysteem. Duurzaamheid is hierbij geen op zich zelf staand doel, maar wordt integraal opgenomen in dit ontwerpproces. Het uiteindelijke bouwwerk moet daarom vooral ook bijzonder zijn, zodat mensen het de moeite waard vinden om het gebouw te behouden. Het bureau kent een zeer gevarieerd portfolio, waaronder het Architectuurcentrum ARCAM te Amsterdam, appartementencomplex Block 16 te Almere en het Jeugdcomplex ‘De Toekomst’ van Ajax te Amsterdam.
Op 18 sokkels waren de stedenbouwkundige en architectonische maquettes in Zaandam te zien van projecten die René van Zuuk de afgelopen twee decennia heeft ontworpen en gemaakt. De tentoonstelling werd op donderdag 4 april – in aanwezigheid van René – geopend door burgemeester Geke Faber.
Duurzame gebouwen zijn interessant om over te spreken en te lezen, maar nog leuker om te zien. Tijdens deze excursie werd een bezoek gebracht aan een aantal ecologische projecten in Midden-Nederland. Op de locaties werd gezorgd voor rondleidingen van architecten en gebruikers. Er werd een scala van projecten bezocht van duurzame transformatieprojecten tot kleine ecologische nieuwbouwprojecten in stedelijke omgeving en in relatie tot de natuur.
De touringcar bracht de groep allereerst naar de duurzame wijk Lanxmeer in Culemborg. Vervolgens vertrok de bus naar Zeist voor een bezoek aan het door (Thomas) Rau Architecten ontworpen hoofdkantoor van het Wereld Natuur Fonds. Een plek waar je in de natuur vóór de natuur werkt en dat ruimte biedt aan allerlei dieren. Via een tussenstop bij het kerkje van Elspeet van Faro Architecten, werd hierna de eindbestemming aangedaan: het Doepark Nooterhof in Zwolle. Hier staat het eerste Earthship van de Benelux, een ecologisch verantwoord, zelfvoorzienend huis opgebouwd uit afvalmaterialen. Het concept is bedacht door de Amerikaanse architect Michael Reynolds.
In november 2012 is de zesjarige BabelSalon-periode onder auspiciën van Ellie Lissenberg en Jaap Franse succesvol afgesloten. In 2013 hebben andere betrokkenen bij Babel als vervolg hierop drie BabelSalon bijeenkomsten ‘nieuwe stijl’ georganiseerd. Het Salonpodium bood ditmaal plaats aan jonge wetenschappers en onderzoekers met bij voorkeur Zaanse wortels. Het delen met het publiek van hun verhaal – hun onderzoek en visie van actuele, of historisch wetenschappelijke, maatschappelijke en culturele thema’s en kwesties – stond hierbij centraal. Tevens werd de estafette werkvorm geïntroduceerd, waarbij de gastspreker binnen zijn/haar netwerk een gast zal voordragen voor de volgende bijeenkomst. Deze nieuwe focus en werkvorm was dit jaar in een pilotfase. Mocht het concept Salon ‘nieuwe stijl’ aanslaan dan wordt deze in 2014 gecontinueerd.
De jonge Zaandamse wetenschapper drs. Lieke Lidewij Mulder (1986) beet het spits af. Lieke is PhD-student (een zgn. research doctoraat) aan het Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ).
Voor haar onderzoek is ze vaak op de wadplaten van de Waddenzee te vinden. Zij promoveert op de rol van bodemalgen in de fosfaatcyclus. Deze algen worden gegeten door piepkleine diertjes zoals zoöplankton, die weer gegeten worden door vissen en die weer door zeehonden (en mensen.) Zo’n dertig jaar geleden is fosfaat (o.a. ook een belangrijk bestanddeel in kunstmest) – om het milieu te sparen – bijna volledig verbannen uit de wasmiddelen. Daarmee kwam er ook veel minder fosfaat in de Waddenzee terecht. Maar deze verlaging zorgt volgens sommigen wel voor een drastische vermindering van ander leven. Wat betekent de fosfaatverlaging inmiddels voor de algen en voor diertjes die algen eten?
Vóór haar PhD studeerde Lieke ‘Earth Sciences’ aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), waar ze afstudeerde op de fosfaatcyclus en vergrassing in de Nederlandse duinen. In het kader van haar studie schreef ze samen met studiegenoot Sebastiaan de Vet een experimentvoorstel voor het Fly Your Thesis programma van de ESA.
Fascinatie voor begrijpen van veranderingen in de natuur begon in Zaanse weilanden Aan het woord is Lieke Mulder: ´De Zaanse weilanden, daar ben ik opgegroeid en deze hebben in zekere zin bepaalt waar ik nu mee bezig ben. Dat was na zes jaar Zaanlands Lyceum nog niet zo duidelijk. Mijn probleem: ik vond alles leuk! De studie Beta-Gamma aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) bood uitkomst, door alle natuur- en geesteswetenschappen te combineren, leerden we dat vraagstukken altijd vroegen om een blik vanuit meerdere perspectieven. Dat geldt ook voor het promotie onderzoek waar ik nu mee bezig ben, waarvoor ik me overigens eerst specialiseerde in een master Fysische Geografie (UvA). Toen in de jaren tachtig het verboden werd fosfaat aan wasmiddelen toe te voegen had dit een onverwachte consequentie: een verlaagde visstand in de Waddenzee. Fosfaat is een belangrijke voedingsstof voor algen, die op hun beurt aan het begin van de voedselketen staan. Er wordt geopperd fosfaat in de Waddenzee te lozen, maar het probleem ligt iets complexer dan dat. Ik doe onderzoek aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ)naar de gevolgen van fosfaat verminderingen, specifiek voor algen. Ik zie het als een uitdaging de natuur om ons heen en haar veranderingen te begrijpen, een fascinatie die begon in de Zaanse weilanden´.
De oorspronkelijke grootschalige vernieuwing van Poelenburg heeft plaats gemaakt voor ontwikkeling en renovatie in fases. Alle partijen hebben samen gekeken wat er met de huidige middelen op dit moment wel mogelijk is voor de wijk. Wordt er misschien minder gesloopt en zoveel mogelijk gerenoveerd?
Onder invloed van de crisis is de herstructurering van de wijk Poelenburg op een laag pitje komen te staan. Partijen hebben een pas op de plaats gemaakt en de oorspronkelijke plannen uit het Masterplan Poelenburg nog eens kritisch onder de loep genomen. Dit heeft geresulteerd in het Uitvoeringsprogramma Nieuw Poelenburg 2009-2018. De gemeente wil intussen van Poelenburg ook een klimaatneutrale wijk maken. Hoe ziet een klimaatneutraal Poelenburg er uit? In juli 2012 kreeg Woningcorporatie Parteon een stimuleringsbijdrage voor de duurzame renovatie van een aantal appartementen in De Bloemkorf, die oorspronkelijk na een brand gesloopt zouden worden. Betekent dit dat er voortaan zo min mogelijk gesloopt wordt en zoveel mogelijk gerenoveerd? Wat zijn aansprekende voorbeelden van renovatie van jaren zestig flats in andere steden? Een wijk als Poelenburg met veel hoogbouw en platte daken biedt ook een uitgelezen kans voor begroeide gevels en groene daken. Het Green City Project uit Amsterdam-West propageert de aanleg van groene daken en investeert als leer/werkbedrijf in de opleiding van jongeren, die niet over werk en een startkwalificatie beschikken. Op die manier snijdt het mes aan twee kanten. Is zo’n aanpak ook in Poelenburg denkbaar?
Een klimaatneutrale wijk heeft niet alleen betrekking op duurzame en energiezuinige woningen, maar gaat ook over openbare ruimte, groen en water en infrastructuur. Wordt er onder invloed van de klimaat- en milieudoelstellingen met andere ogen gekeken naar de inrichting van het openbare gebied in Poelenburg dan toen het Masterplan werd vastgesteld?
Alle fysieke maatregelen en ingrepen ten spijt zijn het toch vooral de mensen, die een wijk ‘maken’. Woningcorporatie Rochdale leidde een aantal wijkbewoners in Poelenburg opgeleid tot energie-trainers, die hun medebewoners kunnen adviseren over energiebesparing. Voelen de wijkbewoners zich voldoende betrokken en actief bij de huidige klimaatdoelstellingen (“Power to the people!”)?
Hoe vinden we door de bomen het bos en komen we tot integraliteit? Barbara Asselbergs, industrieel ontwerper bij ontwerpstudio Designarbeid en Iemke Bakker, architect bij Architectenbureau CHANGE.NL, spraken en dachten mee over de manier waarop zij Poelenburg concreet zouden verduurzamen. Hierop volgde een kritische reactie van de debatgroep van het Zaanlands LyceumPhaedrus. Vervolgens werd de discussie verbreed naar alle aanwezige belangstellenden.
De thema-avond werd begeleid door Andy van den Dobbelsteen, docent en onderzoeker op het gebied van duurzaam bouwen. Hij gaat uit van smart & bioclimatic design. Lokale omstandigheden moeten volgens hem optimaal worden ingezet voor stedenbouw en architectuur.
De 4-daagse internationale BabelExcursie had voor 2013 als doel, de fraaie Zuid-Duitse stad München. In deze stad is (net als in andere delen van Duitsland) veel aandacht voor duurzaamheid. München beschikt over een mooie oude – na de 2e wereldoorlog grotendeels herbouwde – binnenstad, die zich sinds het zware bombardement permanent in verandering bevindt. Bij het ontwikkelen van de stad bestond zeer veel waardering voor de oude bestaande stad, maar ook nieuwe en moderne architectuur kreeg de ruimte. Over de relatie tussen bestaand en nieuw wordt steeds stevig discussie gevoerd. Naast aandacht – net als andere jaren – voor de oude stad, stadsplanning en moderne architectuur, was de focus, passend binnen het jaarthema, tijdens deze excursie tevens gericht op mooie voorbeelden van duurzame architectuur.
De interesse voor deze excursie was groot. Er gingen 29 personen mee.