Door de maatregelen rondom het coronavirus zit (bijna) iedereen hele dagen thuis. De straten zijn verlaten, dat leuke restaurantje is dicht, kantoren leeg en interactie met anderen verloopt voornamelijk digitaal. Of vanaf anderhalve meter afstand. We hebben al dagen niemand gezien of zitten opeens met het hele gezin op elkaars lip. We houden afstand en trekken ons terug in huis.
Naast een thuis is ons huis verworden tot werkplek, leslokaal, sportzaal en vele andere functies die het voorheen niet had. Wat voor invloed heeft dat op onze woning, het woongenot en onze waardering van de woonomgeving? Welke lessen kunnen we hieruit trekken voor de toekomst? Nu je beperkt naar buiten kunt, wat is voor jou waardevol in je woonomgeving? Hieronder vind je de eerste aflevering in onze blogserie over het nieuwe wonen en werken.

“Aan de rand van het Goffertpark staat het voormalige schippersinternaat waar ik woon. Midden in Nijmegen en toch tussen de bomen en in het groen. Het karakteristieke trappenhuis met glas-in-loodramen geeft me nog regelmatig een wowgevoel. Mijn appartement is misschien wat compact, maar door de vele ramen heerlijk licht. Geweldig, maar het centrum ligt wel op dik twintig minuten fietsen. Even snel naar het station fietsen om de trein te halen zit er dus niet in.
“Nu het stedelijk leven stilligt, ben ik mijn huidige woonomgeving anders gaan ervaren.“
Ik houd van het wonen in de stad, maar als plattelandskind ben ik ook graag buiten. Dit zorgt voor een constant woondilemma: wil ik vanaf huis de natuur in lopen, of toch liever leuke cafeetjes om de hoek? Nu het stedelijk leven stilligt, ben ik mijn huidige woonomgeving anders gaan ervaren. De leuke cafeetjes zijn dicht en ik werk hele dagen vanuit huis. Ik race niet meer op mijn fiets van A naar B, ben al even niet meer in het centrum geweest en neem nu al wandelend de tijd om mijn omgeving te verkennen. En zo ontdekte ik dat ik ook in de stad buiten kan zijn. Gewoon door zomaar links af te slaan en een verstopt pad tussen de bomen te vinden. Om me daar vervolgens heel even in een andere wereld te wanen, voor heel even het gevoel te hebben buiten de stad te zijn.

Waar ik met mijn huidige woning eigenlijk altijd baalde van de afstand tot het stadscentrum, hecht ik nu veel waarde aan de stadsnatuur rondom mijn huis. Het plattelandskind in mij geniet van de vogels die me ’s ochtends wekken en vanaf mijn werkplek zie ik de bomen langzaam groen worden. Natuurlijk mis ik dat leuke koffietentje waar ik met mijn vriendinnen bijpraat. En ook kan ik niet wachten om de Zaanstreek verder te verkennen. Maar ik heb de afgelopen weken ontdekt dat het voor mij veel betekent om in het groen te wonen. De natuur geeft me rust en ik voel me er thuis. De stad en de drukte, zo ontdek ik nu, kan ik straks altijd weer opzoeken.”
Eva van Rijen is programmamaker bij Babel Zaans architectuurplatform
Meer afleveringen in deze blogserie
Bert Pots
Lisa Constant
Eva Stache
Piet Oudega
Hans Staller
Leontine de Koning
Erwin Smit
Els Lenting
Natasja Groothuismink
Bert Pots
Wessel Breunesse