Door de maatregelen rond het coronavirus zit (bijna) iedereen hele dagen thuis. De straten zijn verlaten, dat leuke restaurantje is dicht, kantoren leeg en interactie met anderen verloopt voornamelijk digitaal. Of vanaf anderhalve meter afstand. We hebben al dagen niemand gezien of zitten opeens met het hele gezin op elkaars lip. We houden afstand en trekken ons terug in huis.
Naast een thuis is ons huis verworden tot werkplek, leslokaal, sportzaal en vele andere functies die het voorheen niet had. Wat voor invloed heeft dat op onze woning, het woongenot en onze waardering van de woonomgeving? Welke lessen kunnen we hieruit trekken voor de toekomst? Nu je beperkt naar buiten kunt, wat is voor jou waardevol in je woonomgeving?

De steden zijn leeg, het dagelijkse systeem van werken, reizen, consumeren en recreëren is ontregeld. De geluiden van de stad zijn verdwenen. Het enige dat hoorbaar is, zijn de voetstappen van wat voetgangers en het geluid van fietsbanden die zacht het asfalt beroeren. Achter de voordeuren hebben mensen tijdelijk hun woon-, werk- en leerplekken ingericht.
Door de stad fietsen maakt me wat melancholiek. De stad is weer van de bewoners; de toeristen en hun rolkoffers zijn ver weg. Het lege straatbeeld doet me denken aan de jaren negentig toen de stress van ‘niks willen missen’ de mens en de stad nog niet beheersten. Het lijkt alsof een reset-knop ingedrukt is en alles en iedereen is teruggeworpen naar de basis. Als ik nu wil oversteken of iemand passeer, neem ik daar – de anderhalve meter in acht nemend – de tijd voor. Soms krijg ik een glimlach terug. Oké, een stad moet bruisen, maar deze rust is best een welkome adempauze die nieuwe kansen biedt.
“De mate waarin een stedelijk systeem, met al zijn bewoners, het hoofd kan bieden aan ontregelingen, bepaalt de veerkracht van de stad.”
Brede fietspaden en trottoirs zijn fijn, maar nu merk ik dat ze ook echt veilig zijn. Op de fiets kun je non-verbaal de openbare ruimte delen met anderen en zo verbonden blijven met de stad. Parken en grasvelden waar mensen de ruimte hebben en waar je niet hoeft na te denken over voldoende afstand. Het groen in de stad, zeker dit frisse lentegroen, maakt me blij en doet me even vergeten in welke situatie we leven. En dat is precies waarom parken ook wel de longen van de stad worden genoemd: ze geven zuurstof en kleur aan de dag.

De mate waarin een stedelijk systeem, met al zijn bewoners, het hoofd kan bieden aan ontregelingen, bepaalt de veerkracht van de stad. Deze tijd biedt veel onzekerheid, maar we hebben tijd en rust te zoeken naar een nieuwe werkelijkheid en kunnen een stad verkennen die we niet kennen. En, niet onbelangrijk: het is wel weer ónze stad, met ónze identiteit. Dat verbindt. Op de fiets is de isolatie voor even opgeheven en dat geeft me energie. Alleen en toch samen. Bewoners geven de stad veerkracht. Glimlachend fiets ik door.
Erwin Smit is adviseur bij woningcorporatie Parteon en freelance tekstschrijver
Meer afleveringen in deze blogserie
Bert Pots
Lisa Constant
Eva Stache
Piet Oudega
Hans Staller
Leontine de Koning
Els Lenting
Natasja Groothuismink
Bert Pots
Wessel Breunesse
Eva van Rijen
Recente reacties