Op dinsdag 12 april organiseertde Babel deze avond als onderdeel van het thema: ‘Wie maakt Zaanstad?’
De Gemeente Zaanstad heeft een opgave om 5.000 – 10.000 woningen te bouwen als onderdeel van de woningbouwopgave voor de Metropoolregio. Het programma MAAK.Zaanstad is in 2015 vooral ingegaan op de mogelijke plekken van woningbouw. De gemeente Zaanstad heeft daarbij een zwakke positie, heeft nauwelijks eigen grond en middelen en is daardoor afhankelijk van de markt; ontwikkelaars en initiatieven.
Tegelijk trekt Zaanstad meer toeristen door het nieuwe centrum Inverdan, naast de Zaanse Schans waar nu al 1,5 miljoen toeristen komen. Beide zijn een icoon voor Zaanstad als gemeente en de Zaanstreek als regio. Een nieuw icoon kán een onderdeel van de opgave worden. Het gebied/de wijk als geheel of een element als icoon.
Dit vraagstuk kwam op de Babel avond aan de orde en is onderdeel van ons jaarthema ‘Plan voor de Stad’, dat tevens past in de interactief te ontwikkelen toekomstvisie voor de gemeente Zaanstad, MAAK.Zaanstad.
De avond begon met een inspirerende korte lezing door Wouter Jan Verheul, verbonden aan de TU Delft en auteur van het boek ‘Stedelijke iconen’.
Aansluitend hadden alle bezoekers de gelegenheid om zelf na te denken over de rol van iconen in Zaanstad, met als thema’s:
– concrete casus: wat is een goede plek voor een depotmuseum in Zaanstad?
– heeft Zaanstad een nieuwe icoon nodig?
– kan de woningbouwopgave vertaald worden in een icoon?
– aan welke randvoorwaarden zou een icoon in Zaanstad moeten voldoen?
– op welke doelgroep moet Zaanstad zich richten om het imago te versterken met nieuwe gebouwen?
De avond werd afgesloten met een plenaire terugkoppeling per groep.
Afhankelijk van de uitkomsten wil Babel een vervolg geven aan deze avond.
Verkade-complex – met Koekfabriek – kan uitgroeien tot toekomstig Zaans icoon
Als er ergens een plek is in de Zaanstreek met echte potentie om uit te groeien tot een icoon, dan is dat het Verkade-complex, inclusief de Koekfabriek. Een Zaanse plek die laat zien wie we zijn, wat we doen en wat we maken. Een iconische plek die zich met passende bouwsels en goede activiteiten kan ontwikkelen als Eindhoven, Rotterdam en Amsterdam . Aan alle toekomstdenkers bij de gemeente en ontwerpers van Overtuinen richting Provincialeweg: zie de potentie van de strook tussen Zaan en spoorlijn en zoek verbinding!
De prikkelende vraag of de Zaanstreek nieuwe iconen nodig heeft, suggereert dat een beetje tovenaar daar zijn hand niet voor omdraait: hij tikt op de Zaanse bodem en ziedaar: een icoon. Een spraakmakend bouwwerk met grote aantrekkingskracht, waar men van heinde en ver naar komt kijken. Niets is minder waar. Iconen zijn niet op bestelling. ‘Vergeet maakbaarheid, zet in op haakbaarheid’, aldus gastspreker dr. Wouter Jan Verheul van de TU Delft.
De Zaanstreek heeft de Zaanse Schans en Inverdan en eventueel het cultuurcluster. Er zijn markante plekken als de fabriekswand in Wormer en het schiereiland Hemmes. Het sluizencomplex in Zaandam zou, bleek op eerdere Babel-bijeenkomsten, een mooie plek kunnen worden. En de Zaan niet te vergeten. Maar hoeveel iconen kan de Zaanstreek hebben? Overdaad schaadt, aldus Verheul. “Dat leidt tot iconeninflatie. In Barcelona spreekt men al van een visual overload”.
Verankerd verhaal
Goede iconen komen voort uit een in het plaatselijk DNA verankerd verhaal; ze zijn historisch en cultureel geworteld en passen in de omgeving. Wouter Jan Verheul promoveerde op het onderwerp ‘Stedelijke Iconen’ en schreef daar het boek ‘Tussen betoog en beton’ over.
Het bekendste voorbeeld van een mislukt icoon dat de onderzoeker en docent van de TU Delft zijn gehoor 12 april in café Bataaf liet zien, is het Kasteel van Almere. Bedacht door een stadsbestuur dat de monotonie van de stad wilde doorbreken met een sprookjesachtige trouwlocatie. Jammer, maar helaas: het kasteel voelt vreemd op de voormalige zeebodem.
Verheul noemde de Erasmusbrug op de Rotterdamse Kop van Zuid een voorbeeld van een geslaagd icoon. Hotel New York stond daar al als een vertegenwoordiger van het verleden, maar met de Erasmusbrug, het havengebouw, hotels, een nieuw theater en maar met de recente creatie van architect Rem Koolhaas is de Kop van Zuid een iconisch ensemble geworden, met een opvallende ansichtkaartfunctie. Het wordt door toeristen gefotografeerd en vormt het decor van marketingcampagnes. Verheul noemt dat de artistieke functie. Die situatie maakt uiteindelijk de geesten rijp voor een breuk met de historie met het nieuwe Stadion Feyenoord.
Vliegwielfunctie
De Erasmusbrug heeft niet alleen een ansichtkaartfunctie, maar ook een vliegwielfunctie. Dat betekent volgens Verheul dat het omliggende gebieden in ontwikkeling brengt. Die vliegwielfunctie is ook zichtbaar bij het Eye Filmmuseum in Overhoeks dat (anticiperend op de metrolijn) de oversteek naar Amsterdam-Noord vergemakkelijkte. Deze vliegwielfunctie zou ook voor de ontwikkeling van de Zaanstreek (in dit geval Zaanstad) relevant kunnen zijn. Wat gebeurt er als je niet verder naar voren kijkt. Wegens het stedelijke karakter van Zaandam lijken nieuwe iconen eerder daar logisch en op hun plek dan in pak hem beet Wormerveer. De suggestie om het cultuurcluster in het noorden te zetten werd nergens serieus genomen.
Eye Museum en de Kop van Zuid illustreren dat een icoon energie losmaakt en nieuwe ontwikkelingen uitlokt; zo ontwikkelt zich een nieuw stuk stad. Heeft Zaanstad de moed om bijvoorbeeld de Krommenieër Vaartdijk of – met Wormerland – de twee oevers van de Zaanbocht te herontwikkelen tot icoon?
Verheul noemde een aantal andere functies van een icoon: ‘De sacralisering (verering) van bouwwerken’ (iedereen wil met het Vrijheidsbeeld of de Eiffeltoren op de foto); ‘iconen als wapen in de stedenstrijd’ (zie de strijd om een schaatspaleis in Almere, Zoetermeer of Heerenveen); en tot slot de ‘prestige functie’. Zie Parijs, waar presidenten de eeuwigheid zochten met het Louvre of Centre Pompidou, gelijk de piramides van Egyptenaren.
Niet helemaal duidelijk is of wethouder Dennis Straat daar aan dacht toen hij in het kader van MAAKZaanstad de iconen-discussie opende.
Juist deze week kreeg de Zaanse Schans de toeristische topnotering in Nederland. Sinds de jaren zestig krijgen karakteristieke voorbeelden van Zaanse houtbouw hier een plek, maar het gevoel met een topattractie van doen te hebben is vers. Dat er nu plotseling zoveel toeristen komen is niet los te zien van de tegenomen welvaart in Azië. De plek aan de Zaandijk is inmiddels zo logisch als plaats waar markante houten bouwsels van elders in de streek op hun plek zijn. Die logica wordt met het Zaans museum en het Verkadepaviljoen minder gezien in de zaal. Ze lijken soms verdwaald. Wellicht had een groter contrast wel gewerkt, als bij het Stedelijk Museum.
Veelzijdig Parijs
Verheul waarschuwde voor een te groot maakbaarheidsgeloof rond iconen. Hij liet beelden zien van het oude denken van ‘de maakbare stad’. Van bouwmeester Van Eesteren die, gekleed in een witte laboratoriumjas, de westelijke tuinsteden ontwierp. Maar ook van architectuurklonen en kopieergedrag. Het Sydney Opera House is een echte landmark, maar slaat in de woestijn toch een beetje dood. Een ontwerp wordt pas echt een icoon als een gebouw uitgroeit tot een plek van bestemming. De Eifeltoren is weliswaar het meest gefotografeerde object ter wereld, Parijs ontleent zijn aantrekkingskracht vooral aan terrassen en pleinen.
Verheul noemde tegenbewegingen die globalisering en kopieergedrag een halt toe roepen. Zo wordt het lokale weer belangrijk in sommige gevallen. Zie de huidige populariteit van het willen weten waar ons eten vandaan komt met een verhaal over de makers en de plek van herkomst. Verheul signaleert een dergelijke ontwikkeling in de herontdekking van bestaande gebouwen, gebouwen die karakter hebben en een verhaal van de plek vertegenwoordigen. De waarde van herbestemming is een extra reden om zuinig op Verkade te zijn, nu zojuist de minder markante Bruynzeel-hallen zijn gesloopt.
Roombeek Enschede
De wijk Roompot in Enschede is voor Verheul ook een mooi voorbeeld van een verankerd icoon. De vuurwerkramp sloeg grote gaten in de wijk. Onder leiding van Pi de Bruin en Peter Kuenzli is ervoor gekozen de bestaande bevolking een ver gaande plek te geven in het ontwerpproces. Met particulier opdrachtgeverschap is een gevarieerdere wijk ontstaan, die past binnen het DNA van de wijk en het Twentse textielverleden.
Verheul pleit niet voor maakbaarheid, maar voor haakbaarheid. Voor verankerde vernieuwing die plaatsvindt binnen de driehoek sociaal-cultureel, economische en ruimtelijke identiteit.
Daarvoor is een adaptieve strategie nodig. Een icoon ontwikkelt zich in de loop der tijd en moet zich aanpassen aan veranderende sociaal-culturele en economische omstandigheden. In de Strijp in Eindhoven zijn ontwerpers en creatieveling in de voetsporen getreden van de toenmalige Philips-technici. De Hing Tech Campus is in de omgeving geïntegreerd. Eindhoven is naast de maakindustrie een stad van kennis en design. Inmiddels is de Dutch Design Week en Academy helemaal ingeburgerd. Nieuwe architectuurprojecten passen dus ook bij de veranderende identiteit van de stad.
Hembrugterrein
Na Verheuls inleiding werd in groepen gediscussieerd over wat in de Zaanstreek een nieuw icoon kan worden. Het Hembrugterrein kan geografisch en mentaal het scharnierpunt zijn met: de hoofdstad, het Zaanse DNA, Gezond leven en eten, het groen van Zaanstad. Het gericht bouwen voor starters kan jongeren trekken, die via een ondergronds station reizen, wat – naar analogie van Delft – Oost en West-Zaandam verbindt.
Verkade: icoon
Van alle bestaande gebouwen, heeft het Verkadecomplex de meeste potentie voor icoonvorming. Zowel de kant aan de Koekfabriek/bibliotheek als de in bedrijf zijnde Verkade-fabrieken die vanaf de Provincialeweg goed zichtbaar zijn. Met passende bouw van woningen en bedrijven kan het hele gebied tussen spoorlijn en Zaan worden ontwikkeld. Logische activiteit is de voedingsindustrie. De diverse inspanningen op het gebied van onderwijs, bedrijven en marketing sloegen niet aan. First in Food is bij een kreet gebleven.
Extra museum
Actueel is de gedachte aan een soort dependance van het Zaans Museum, mogelijk met leenkunst van andere musea: het depot. Dat zou kunnen op het Slachthuisterrein, naast de nieuwe Lidl.
Of op de Zaanoever, aan het begin van de Havenbuurt, tussen Hembrugterrein en Ikea.
Gastspreker Verheul was goed te spreken over de sociaal-culturele, economische en ruimtelijke aspecten in de icoonvoorstellen. Wortelen in het Zaanse DNA in plaats van een los bouwsel neerzetten.
Eigen inwoners
Een spannende avond, die de fantasie prikkelde en mensen anders door een stad laat lopen en kijken. Dan is architectuur geen ver-van-mijn-bed show. Mooi en lelijk, dat maakt de iconen discussie zo leuk. ‘Geen maakbaarheid, maar haakbaarheid’: pas als een – karakteristiek –bouwwerk sociaal-cultureel, economisch en ruimtelijk is geworteld kan het een icoon worden. En neem de bevolking mee, want je eigen bevolking is de beste ambassadeur om je eigen stad op de kaart te zetten.
Première film ‘Betoog en beton’
Het verhaal over iconische architectuur en stadsidentiteit van Wouter Jan Verheul is verfilmd in een documentaire.
‘Betoog en Beton’ ging dinsdag 31 mei 2016 in première in bioscoop Utopolis in Almere.
Meer info: www.betoogenbeton.nl
Verslag van Hans Bosma (Babel)