Woensdag
6 juni 2012
De openbare ruimte beleven we door er te zijn maar vaker nog ervaren we het vanuit beweging. We zijn bovendien als Nederlanders gemiddeld 1,5 uur per dag onderweg.
De openbare ruimte bestaat voor elke stad uit een stelsel van (water)wegen en ruimten, omzoomd door gebouwen en groen; altijd in een unieke samenstelling. De beweging in de infrastructuur en de beleving van een stad zijn daarmee verschillend. Uit analyse blijkt dat er ook overeenkomsten zijn, zoals de organisch gegroeide stad en de geplande stad. Deze theoretische kennis werd door lector Peter de Bois gepresenteerd, voorzien van, herkenbare, praktijksituaties.
En hoe zit dit dan in de Zaanstreek? Wat is bekend over de beleving en beweging in de openbare ruimte in onze eigen omgeving? Historisch gezien heeft de Zaan in belangrijke mate onze infrastructuur bepaald. Van oudsher was de Zaan niet alleen dé vervoersader van de streek, de Zaan was ook dé openbare ruimte en dé plek waar alles gebeurde. Tijden veranderen en de behoefte aan een goede openbare ruimte op land is nu wel degelijk aanwezig. Al was het alleen maar om de kwaliteiten van diezelfde Zaan te kunnen beleven. Maar krijgt die openbare ruimte wel de aandacht die hij nodig heeft?
Het Zaanse Islant atelier voor stedebouw heeft een aantal studies gemaakt naar de betekenis van die openbare ruimte met name langs de Zaan.
Remco Reijke liet zien welke mogelijkheden er zijn om de kwaliteit van onze eigen openbare ruimte te verbeteren, om deze beter te beleven en de juiste plaats in het Zaanse netwerk te geven.
Tijdens deze avond stond de wisselwerking tussen wetenschap en praktijk van de infrastructuur en inrichting van de buitenruimte centraal, waarbij gezocht werd naar een antwoord op de vraag hoe binnen de aanwezige infrastructuur het publieke domein meer kwaliteit kan krijgen.
Verslag van deze avond ´Beweging en beleving van de openbare ruimte´